~Ingrid en Dieter Schubert~

Ingrid Schubert werd op 29-03 1953 geboren
in Essen in West-Duitsland. Ze volgde een opleiding
kunstschilderen en studeerde Italiaans
en kunstgeschiedenis aan de universiteit.

Dieter Schubert werd op 15 juli 1947 geboren
in Oschersleben in Oost-Duitsland.
Hij volgde een handelsopleiding en studeerde
diactiek en geografie. In 1977 kreeg het echtpaar
een beurs voor de Rietveld Academie in Amsterdam.
Ze gingen daar ook wonen. Op de Academie kregen ze steeds
meer belangstelling voor het illustreren van kinderboeken.
Al tijdens hun studie maakten ze hun eerste
prentenboeken. Ze hebben twee dochters en
wonen nog steeds in Amsterdam.Al weer 25 jaar maken Ingrid en Dieter Schubert samen prentenboeken. Hun boeken over Monkie, Platvoetje en Woeste Willem worden veel gelezen door kinderen, maar ook door hun ouders.
'Want in ieder verhaal zit een dubbele bodem.'
Hun eerste boek, Er ligt een krokodil onder mijn bed!,
werd geboren uit een grap. Tijdens haar studie leerde Ingrid
een klein jongetje kennen, dat bang was voor de 'leeuw'
onder zijn bed. Ingrid, die als ze 's avonds laat
thuiskwam van een feestje ook altijd even onder
de tafel keek, voelde met hem mee.
Ze tekende een krokodil (nóg enger dan een leeuw),
maar Dieter blufte: 'Mijn krokodillen zijn veel enger
dan die van jou.' 'Laat maar eens zien!', zei Ingrid.
Binnen een paar weken tekenden ze
samen hun eerste prentenboek.

Het maken van een nieuw prentenboek
kost ongeveer een jaar.
Dat begint met het moeilijkste: het idee.
Zo ontstond Platvoetje, hun bekendste boek,
pas nadat de Schuberts een meisje hadden ontmoet
van een jaar of elf, dat flink in de groei was en
werd gepest met haar grote voeten.
Uit dit 'zaadcelletje' groeide Platvoetje: een foeilelijk,
maar innemend heksje met gifgroene haren.
Platvoetje wordt door de andere heksen gepest omdat ze
- per ongeluk - haar voeten steeds groter tovert.

Als de verhaallijn is uitgewerkt, gaan ze schetsen.
Daarna volgen de echte tekeningen,
met aquarelverf en potlood. Die maken ze
ieder afzonderlijk.
Toch is voor een buitenstaander niet te zien
wie welke tekeningen heeft gemaakt. 

 
In hun prentenboeken komen veel enge wezens voor:
krokodillen, heksen, draken en allerlei monsters.
Meestal blijkt al heel gauw dat ze eigenlijk heel aardig zijn.
Daardoor zorgen ze dat de hoofdpersonen hun angst
kunnen overwinnen. De hoofdpersonen komen
ook vaak in een fantasiewereld terecht.
In hun eerste prentenboeken waren vaak kleuters de hoofdpersoon,
later gingen ze ook boeken maken
met dieren in de hoofdrol; over Beer en Egel maakten
ze al drie boeken. In hun eerste prentenboek gebruikten
ze alleen kleurpotlood,
later gebruikten ze vooral waterverf. 
 

Een paar titels van hun boeken:
-Engel (2007)
-Het grote boek van beer en egel (2003)
-Woeste Willem (1992)
-Ravestreken (1982)
-Wie niet sterk is… (1989)
-Monkie (1986)
-Platvoetje (1986)